Wat brengt 2021 voor (toekomstige) huizenbezitters? Lees hier de vier belangrijkste wetswijzigingen én twee interessante trends over de huizenprijzen en de trek naar het platteland.
Geen overdrachtsbelasting voor starters
Starters op de woningmarkt hebben het moeilijk door de hoge huizenprijzen. Daarom hoeven kopers tussen de 18 en 35 jaar in 2021 geen overdrachtsbelasting meer te betalen voor een koophuis. Deze korting is eenmalig. Dat scheelt ze zo duizenden euro’s. Vanaf 1 april geldt aanvullend dat de woning niet duurder mag zijn dan €400.000. Kopers van 35 jaar en ouder betalen trouwens vanaf volgend jaar 2% overdrachtsbelasting, beleggers 8%.
Meer hypotheek voor tweeverdieners
Goed nieuws voor tweeverdieners: zij kunnen vanaf volgend jaar een hogere hypotheek krijgen. Het laagste van de twee inkomens telt dan voor 90% mee bij de berekening, in plaats van voor 80%. En dat kan zo duizenden euro’s extra ruimte geven.
Afvalstoffenheffing en ozb flink omhoog
Iedereen met een eigen huis betaalt gemeentelijke belastingen: onroerendezaakbelasting (ozb), afvalstoffenheffing en rioolheffing. In 2021 gaan die bedragen flink omhoog, gemiddeld met zo’n 4%. Iedere gemeente stelt zelf de stijging vast, waardoor de onderlinge verschillen groot zijn.
Energielabel wordt duurder
Op het energielabel staat hoe energiezuinig uw huis is. Sinds 2015 is het verplicht om dit label te laten zien als u uw huis verkoopt. Dit jaar kunt u nog heel eenvoudig online een energielabel aanvragen. De kosten? Ongeveer een tientje – en als klant van RegioBank tijdelijk zelfs helemaal niets! Vanaf volgend jaar kan het niet meer online, maar bepaalt een energieadviseur het energielabel. En dat kost u zo ruim €100. Vraag uw energielabel daarom dit jaar nog aan.
Blijft de woningmarkt oververhit, of gaat er volgend jaar toch iets veranderen? Niemand kan natuurlijk in de toekomst kijken, maar experts zien wel een aantal interessante trends. Bijvoorbeeld deze twee:
Huizenprijzen dalen licht
Dé vraag is natuurlijk: wordt mijn huis meer of minder waard? Vanwege de coronacrisis werd dit jaar al een daling verwacht, maar niets bleek minder waar. De vraag naar woningen bleef stijgen – en daarmee ook de huizenprijzen. Toch voorspelt het Bureau Stedelijke Planning (BSP) voor volgend jaar een daling. De reden? Mensen verliezen hun baan door de coronacrisis, de economie krimpt en de rentes stijgen mogelijk. Andere marktkenners zijn iets genuanceerder. Volgens hen zet de stijging door, maar gaat die alleen iets minder hard.
Het dorp wordt populairder
We zitten veel thuis en de schreeuw naar meer leefruimte wordt luider. Het gevolg: (rand)stedelingen verruilen hun huis voor een woning op het platteland. Een beweging die trouwens vóór de pandemie al begon, omdat een huis in de stad voor steeds meer mensen onbetaalbaar is. De coronacrisis versnelt de uittocht, en die tendens lijkt voorlopig nog wel even aan te houden.
Wilt u meer informatie over een hypotheek aanvragen? Neem contact op met uw Zelfstandige Adviseur Arnold van Hooft.