De derde dinsdag van september, dat kan maar één ding betekenen: het is Prinsjesdag. Het kabinet maakt vandaag zijn plannen voor het komende jaar bekend. Hoe beïnvloeden die plannen uw financiële situatie?
Het gouden koffertje, de koets en natuurlijk de hoedjesparade. Prinsjesdag is een dag vol tradities. De belangrijkste: het kabinet laat weten hoe het zijn budget het komende jaar verdeelt. Welke sectoren krijgen er geld bij? Wie moet het zuiniger aan doen? Gaat u er zelf op voor- of achteruit? Wij lichten er een paar plannen voor u uit.
U betaalt minder belasting over uw inkomen
Eerder werd al bekend dat de overheid toewerkt naar een belastingstelsel met twee schijven, dat vanaf 1 januari 2020 van kracht is. De oorspronkelijke drie eerste schijven vormen dan samen één grote schijf, met een inkomensgrens van € 68.507 en een belastingpercentage van 37,35%. De tweede schijf krijgt een belastingpercentage van 49,5%. Daarnaast wordt de maximale algemene heffingskorting met € 234 verhoogd naar € 2.711 en de maximale arbeidskorting met € 420 naar € 3.819. Daardoor houdt u mogelijk netto meer over.
Zelfstandigen zijn overigens iets slechter af, omdat de zelfstandigenaftrek – die in 2019 € 7.280 was – stapsgewijs met € 250 per jaar verlaagd wordt, om uiteindelijk met ingang van 1 januari 2028 uit te komen op € 5.000.
Huizenbezitters: lager belastingvoordeel maar ook minder belasting
Een thema dat in politiek Den Haag bekendstaat als het ‘h-woord’: de hypotheekrenteaftrek. Lang durfde geen partij zich daar de vingers aan te branden, maar de afgelopen jaren daalde toch het tarief waartegen u hypotheekrente kunt aftrekken, telkens met 0,5% per jaar. In 2019 was dit percentage daardoor 49%. Komend jaar daalt dit versneld met 3% naar 46%. Dat lagere belastingvoordeel compenseert het kabinet deels met een lager eigenwoningforfait. Dat is de bijtelling voor het bezit van een eigen woning. Die wordt stapsgewijs lager. Voor woningen tussen de € 75.000 en €1.060.000 wordt die komend jaar verlaagd van 0,65% naar 0,6%.
Sparen wordt aantrekkelijker
In 2019 betaalde u belasting over uw spaargeld als dit boven de € 30.360 kwam (voor fiscale partners: € 60.720). Die bedragen stijgen in 2020 naar € 30.846 en € 61.692. Daarnaast zijn er plannen om vanaf 2022 spaargeld tot een bepaalde hoogte minder of zelfs niet te belasten, om zo sparen aantrekkelijk te houden ondanks de lage rente.
Op de bres voor starters
Het kabinet heeft extra aandacht voor starters op de woningmarkt, omdat het voor hen momenteel erg lastig is om een huis te kopen. Daarom worden er de komende jaren meer betaalbare woningen gebouwd. Daarnaast zoekt het kabinet naar andere opties om het voor starters makkelijker te maken om een huis te kopen. Een mogelijke optie is het vrijstellen van de overdrachtsbelasting voor starters. Deze en andere opties worden momenteel onderzocht. Heeft u vragen over de gevolgen van de kabinetsplannen voor uw financiële situatie? Neem dan contact op met uw Zelfstandig Adviseur van Arnold van Hooft.